Over Wagyu

Geschiedenis van de Wagyu

‘Wagyu’ betekent letterlijk ‘Japanse koe’. Het ras werd honderden jaren ingezet als last- en trekdier voor het vervoer van goederen en werk in de landbouw. Het eten van rundvlees was lang verboden in het Boeddhistische Japan. Rond 1867 eindigde de Japans periode van isolatie en stond het land open voor handel en invloeden van buiten. 

Het verbod op rundvleesconsumptie verdween en het land richtte zich op het produceren van superieure kwaliteit vlees. De Japanse koe werd gekruist met buitenlandse koeien om de grootte van de runderen en de melkproductie te bevorderen. Toen bleek dat het kruisen met buitenlandse runderrassen niet de gewenste resultaten bracht, werd dit in 1910 volledig gestopt. 

Sindsdien wordt de fokkerij in Japan zorgvuldig gereguleerd, zodat de superieure vleeskwaliteit van de Wagyu wordt gewaarborgd. Runderen die niet 100% raszuiver zijn, mogen de naam ‘Wagyu’ niet dragen.

Wagyu koe uit Delden
Wagyu koe uit Delden

Een intense beleving

De wereldwijde reputatie van de Wagyu is te danken aan de uitzonderlijke intramusculaire vetmarmering (de verdeling van vet tussen het spierweefsel) en de boterzachte textuur van het vlees. De Wagyu heeft van nature de aanleg om meer onverzadigd vet te produceren dan andere runderen. 

Naast dat onverzadigd vet bekend staat als een type vet met gunstige gezondheidseffecten, zorgt het ook voor een geweldige malsheid en smaak van het vlees. Voor de Wagyu geldt dan ook: hoe meer vet, hoe intenser de ervaring! Of zoals ze in Twente zeggen, hoe vetter hoe better!